Tintelingen in hand of vingers tijdens slapen of werken

Tintelingen zijn een signaal van het zenuwstelsel. Zenuwen geven informatie door over gevoel, beweging en spanning. Wanneer een zenuw prikkels krijgt die hoger zijn dan normaal, kan hij tintelingen doorgeven. Dit hoeft niet te betekenen dat er schade is. Het betekent vooral dat de zenuw tijdelijk ander gedrag laat zien.
Meest voorkomende omstandigheden waarin tintelingen ontstaan:
– Tijdens slapen: Door houdingen waarbij de pols, elleboog of schouder gebogen is.
– Tijdens werk: Door herhaalde bewegingen, spanning of langdurig dezelfde houding.
– Bij vermoeidheid of stress: Het zenuwstelsel staat dan iets hoger afgesteld.
Tintelingen vertellen dat een zenuw tijdelijk overprikkeld is, maar het zegt niets over de toekomst. Het zenuwstelsel herstelt snel wanneer belasting en spanning verbeteren.

Tintelingen ontstaan wanneer:
– de zenuw minder ruimte heeft om normaal te glijden
– de zenuw tijdelijk licht wordt samengedrukt
– de doorbloeding rondom de zenuw verandert
– spieren in de onderarm te veel spanning vasthouden
– de pols langdurig gebogen staat
– je meer kracht gebruikt dan nodig is
– de zenuw door houding of werk extra informatie verwerkt
Tintelingen zijn vaak tijdelijk omdat zenuwen gewend zijn om te bewegen, te glijden en te reageren op wisselende belasting.

Zenuwen in je arm hebben ieder hun eigen gebied in de hand dat ze gevoel geven.
Dat betekent:
– Tintelingen in duim, wijs- en middelvinger worden bevolen door één zenuwgebied.
– Tintelingen in ringvinger en pink door een ander.
Dit betekent niet dat er schade is aan een specifieke zenuw. Dit betekent dat een zenuw meer prikkels krijgt dan hij normaal kan verwerken.
Meest voorkomende redenen:
– onderarmspieren die spanning geven aan specifieke zenuwgebieden
– polsstand die druk op bepaalde tunnels vergroot
– houdingen die de zenuw aantrekken, buigen of licht samendrukken
– herhaling die de zenuw moe maakt
Het patroon van tintelingen weerspiegelt vooral welke delen van het zenuwstelsel actiever zijn tijdens de taak.

Deze tips kun je direct toepassen.
1. Houd je pols in neutrale stand: Voorkom langdurig buigen of strekken tijdens werk of slapen.
2. Ontspan de onderarm regelmatig: Even loslaten, schudden of je hand laten hangen geeft de zenuw meer ruimte.
3. Breng variatie aan: Wissel tussen typen, muizen, scrollen, schrijven en korte beweegmomenten.
4. Ondersteun je arm: Steunen met de onderarm vermindert spanning op de pols en zenuwen.
5. Let op je adem: Bij oppervlakkige ademhaling neemt spierspanning toe, vooral in de onderarm.
6. Slaap met een neutrale pols: Een kussentje onder de onderarm of naast je hand kan helpen.
7. Houd pauzes kort en regelmatig: Korte onderbrekingen herstellen zenuwglijcapaciteit.

Tintelingen in hand of vingers tijdens slapen of werken zijn meestal het gevolg van tijdelijk verhoogde zenuwprikkeling, spanning in de onderarm of een ongunstige polspositie. Het betekent zelden dat er iets beschadigd is. Door de pols neutraal te houden, variatie aan te brengen in je werk, de onderarm regelmatig te ontspannen en bewust om te gaan met houding en ademhaling kun je tintelingen vaak snel verminderen. Het zenuwstelsel reageert sterk op houding, spanning en herhaling en herstelt goed wanneer je het de juiste voorwaarden geeft.